Chemische recycling
Chemische recyling is een containerbegrip voor een reeks aan technologieën die gebruikte kunststof om te zetten tot nieuwe grondstof – en dan niet op de nu gebruikelijke ‘mechanische’ manier. Twee sprekers met grote kennis van dit veld deelden hun visie:
Toon van Harmelen, duurzaamheidsonderzoeker bij TNO, legde in zijn presentatie uit om welke technologieën het hier gaat. Ze hebben de potentie om effectief te kunnen omgaan met erfenissen uit het verleden (denk aan de aanwezigheid van broomhoudende brandvertragers en andere zorgwekkende stoffen in het materiaal) én bij te dragen aan een toekomstbestendig recyclingsysteem (doordat materiaal beschikbaar komt dat op kwaliteit niet onderdoet voor maagdelijk kunststof).
Om dat goed te ontwikkelen, moeten we niet denken vanuit de situatie van vandaag, maar vanuit het toekomstige systeem dat nodig is voor de energie- en materiaaltransitie waar we voor staan. Vandaaruit kan door ‘back casting’ vastgesteld worden welke stappen gezet moeten worden.
Eigenlijk is elke recyclingtechnologie te verkiezen boven storten en verbranden. Opvallend is dat in een aantal gevallen chemische recycling van specifieke polymeren te verkiezen is boven mechanische recycling, afgaande op de beschikbare LCAs.
Belangrijker is dat er verschillende technologieën, mechanisch én chemisch, naast elkaar beschikbaar gewenst zijn om tot een optimaal systeem te komen. Vanuit het beleid moeten we dan ook beter niet specifieke methodes aan- of ontmoedigen, maar duidelijke doelen stellen voor het gehele systeem.
Susan Hansen, onderzoeker voedselverpakkingen van de Rabobank, heeft zich met haar team verdiept in de ontwikkeling van de chemische recyclingindustrie wereldwijd en deelt dit in haar presentatie. Het is opvallend dat deze in een versnelling terecht is gekomen precies in de periode dat de wereldeconomie leed onder de Covid-pandemie. Er zat dit jaar zelfs een piek aan te komen in het aantal nieuwe installaties, maar door vertraging in de uitvoering lijkt dit eerder in 2023 aan de orde te zijn. Ongeveer de helft van de capaciteit richt zich op ‘plastic to plastic’, de rest op ‘plastic to fuel’, maar er zijn regionaal verschillen. Zo ligt het zwaartepunt in de VS, waar relatief weinig sortering plaatsvindt, bij brandstofproductie.
Desalniettemin zal de totale capaciteit (3 à 4 Mton/jaar in 2025) een ‘druppel in de oceaan’ zijn als dit afgezet wordt tegen de wereldwijde recycle-opgave. Bovendien kleven er nog lastige issues aan de ontwikkeling: de economische en technische haalbaarheid is nog niet altijd duidelijk, de werkelijke milieuprestatie is niet altijd overtuigend en er is groeiende concurrentie vanuit de mechanische recycling, die zich eveneens hard ontwikkelt. De ontwikkeling van chemische recycling is dus zeker interessant, maar geen ‘silver bullet’.
|