Plastic Pact NL is begin 2024 beëindigd. Deze website zal eind 2024 offline worden gehaald.

< Terug naar het overzicht

Terugblik op deelnemersbijeenkomst van 4 april 2023

De voormalige Mauritskazerne in Ede. Hier werden soldaten klaargestoomd om missies te vervullen die het land moesten behoeden voor de ondergang. Werner Schouten maakte als dagvoorzitter van de halfjaarlijkse bijeenkomst van het Plastic Pact NL graag gebruik van deze symboliek. In zijn openingswoord stelde hij dat de ondertekenaars zich hier samen zouden voorbereiden op de dringende missie om de kunststofketen te sluiten.

Werner ging in gesprek met Carlijn Röell (operationeel directeur van het Plastic Pact NL), Rozanne Drost (lid van de Stuurgroep), Hester Klein Lankhorst (algemeen directeur Stichting Afvalfonds Verpakkingen) en Marc Spekreijse (managing director Circular Plastics NL).

Voortgang en koerswijziging

Carlijn Röell benoemde enkele goede initiatieven van het afgelopen jaar, zoals een onderzoek naar de ontwerpvoorwaarden voor tray-to-tray recycling van PET-schaaltjes en het uitfaseren van eenmalige groenten- en fruitzakjes door vijf supermarkten.

De voortgang is echter onvoldoende om de hoofddoelstellingen te halen. We lopen tegen de grenzen van het bestaande systeem aan. Zelfs als je de verliezen in elke stap van de keten weet te beperken tot 10% - en daar zijn we nog ver van af - houd je aan het eind geen 70% hoogwaardig recyclaat over.

Daarom wordt een koerswijziging ingezet die met grotere programma’s het systeem fundamenteel moet verbeteren. Dat vraagt om het betrekken van grotere fondsen binnen de circulaire economie en het inzetten van financiële middelen door de leden van het Plastic Pact. 

Rozanne Drost vertelde dat hierover in de Stuurgroep pittige discussie is gevoerd. Een herijking van het Plastic Pact twee jaar voor de einddatum van de originele doelstellingen vergt moed. Welk mandaat heeft het Plastic Pact, en welke rol kunnen we spelen in het aanzetten tot systeemverandering? Uiteindelijk is er overeenstemming over de voorgestelde koerswijziging. Ook het ministerie van I&W geeft, bij monde van stuurgroeplid Miriam van de Kamp, aan dat het het Pact van harte blijft steunen. 

Freek Bakker (PreZero) vroeg naar de redenen om juist deze programma’s te kiezen. Carlijn lichtte toe dat we om te beginnen onvoldoende weten, we beschikken over ‘plukjes data’, maar hebben geen totaalbeeld. Bij de inzameling verliezen we 30% van het materiaal en ontstaat te veel verontreiniging. Wet- en regelgeving lijkt aan te sturen op markeer- en identificatietechnologie om de sortering te verbeteren.
Hergebruik tenslotte zal met name in detailhandel en foodservice een flinke uitdaging zijn, terwijl hier vanuit het Europese en Nederlandse overheidsbeleid flink op wordt ingezet.

De rol van de Stichting Afvalfonds Verpakkingen

Hester Klein Lankhorst legde uit hoe het Afvalfonds de producentenverantwoordelijkheid van meer dan 2500 verpakkende bedrijven vormgeeft. Inmiddels gaat er meer dan een miljard euro in om. De recyclingresultaten zijn, in vergelijking met andere Europese Lidstaten, goed: alleen België presteert nog iets beter, mede geholpen door een eenduidig landelijk inzamelsysteem.

Het Afvalfonds heeft in de Plastic Wijzer stevige ambities geformuleerd om tegen 2050 tot volledig circulair en fossielvrij verpakken te komen, met concrete tussendoelstellingen voor 2030. Dat vraagt om een voortvarend uitvoeringsprogramma om die meters de komende zeven jaar te kunnen maken. Koplopers spelen hierin een belangrijke rol. Een samenwerking met het Plastic Pact NL biedt daarom goede kansen.

Rozanne Drost gaf aan dat PepsiCo de ambitie heeft uitgesproken geen nieuw fossiel plastic te willen gebruiken tegen 2030. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat er voldoende hoogwaardig recyclaat en hernieuwbaar plastic beschikbaar komt. Zeker voor voedselverpakkingen is er nog veel werk aan de winkel.

Willem Christiaans (Indorama Ventures Recycling Group) en Gerrit Klein Nagelvoort (Veolia Polymers) merkten op dat er dan in elk geval snel iets moet gebeuren aan de toevloed van goedkope fossiele grondstof. Hester onderkent het probleem. Wat het Afvalfonds kan doen is het differentiëren van de tarieven voor de afvalbeheersbijdrage waarbij recycled content leidt tot een lagere heffing; dit treedt vanaf 2024 in werking. 

Kansen voor financiering: Circular Plastics NL

Marc Spekreijse gaf een toelichting op het Groeifondsprogramma Circular Plastics NL dat de komende acht jaar M€ 220 beschikbaar heeft. In 8 programmalijnen worden onderzoeksprojecten, pilots en demonstratie faciliteiten gefinancierd die moeten leiden tot een versnelling in de transitie naar uiteindelijk 100% circulariteit op het gebied van plastic materialen waar de Nederlandse economie beter van wordt. 

Het gaat onder andere om kunststoftypes, waaronder polyolefinen, polycondensaten, styreen-gebaseerde materialen, textiel, rubber en autobanden. Gekeken wordt naar een breed palet aan recyclingtechnieken, van mechanisch, via fysisch en chemisch tot thermochemisch, die allemaal nog verdere ontwikkeling behoeven.

Subsidieaanvragen lopen via RVO (voor het incubator-programma via NWO). Aansluitend op de programmalijnen van Circular Plastics NL zal RVO in de Staatscourant open calls met de bijbehorende voorwaarden publiceren, waarop projectaanvragen kunnen worden ingediend. 

Break-outsessies

In deelsessies bespraken de deelnemers het waarom, wat en hoe van elk van de voorgestelde programma’s. Met deze input worden de ruwe conceptvoorstellen de komende maanden verder aangescherpt en uitgewerkt door de betrokken kernteams, zodat zij in het derde kwartaal kunnen worden ingediend.

Verpakkingsformat data 

Steeds meer consumentenverpakkingen zijn recyclebaar volgens de KIDV-recyclecheck, maar er is maar weinig bekend over wat er werkelijk gebeurt bij het weggooien, inzamelen, sorteren en recyclen. Data zijn gefragmenteerd en van wisselende kwaliteit. Daardoor ontbreekt een helder beeld van de knelpunten bij het verhogen van het recyclingpercentage naar 70%.

Daarom wil het Plastic Pact NL het programma ‘Verpakkingsformats ketendata’ opzetten, vertelde Marion Beugelsdijk, lid van het kernteam. Het doel is om op een consistente manier data te verzamelen en analyseren, op het niveau van verpakkingsformats. Dat levert een drietal producten op:

  • Een sorteerprestatie-analyse waarmee verpakkende bedrijven aan de slag kunnen met ‘Design for sorting’ en sorteerbedrijven hun lijnen kunnen verbeteren.
  • Een analyse van het weggooigedrag van consumenten die verpakkingsformats, productgroepen en/of merken identificeert waar het weggooigedrag beter kan. Deze kunnen fabrikanten, detailhandelaars en inzamelaars gebruiken in hun merk- en productcampagnes respectievelijk inzamelcampagnes.
  • Een verpakkingsportfolio-analyse voor retail, merkfabrikanten en kunststofverwerkers met aandachtspunten voor ontwerpverbeteringen, zodat zij hieraan gericht kunnen werken.

Er was veel bijval voor dit programma. Verschillende retailers en brand owners gaven aan dat het zeer relevant is om te weten waar de verpakkingen uiteindelijk terechtkomen, of de gemaakte claims kloppen en wat er aan de verpakkingen verbeterd kan worden. 

In de discussie kwam naar voren dat de data ook betrekking moeten hebben op het gebruik van toeslagstoffen, omdat deze voor de recycling vaak een probleem zijn. En sommigen vroegen zich af hoe nuttig het is om data te hebben van nascheiding, als je de stromen die hier uit komen toch niet meer mag gebruiken voor voedseltoepassingen.

Er kwamen ook suggesties om niet te wachten tot alle data zijn gegenereerd en geanalyseerd, maar op een aantal terreinen al concrete actie te ondernemen. Zo zou er al een lijst bestaan van 50 formats die slecht gesorteerd worden, die kun je dus nu al aanpakken. En ook zou je tot afspraken kunnen komen om bepaalde productgroepen in één standaardmateriaal te verpakken.

Inzameling

Carlijn Röell herinnerde haar gehoor eraan dat bij inzamelen veel recyclebaar kunststofmateriaal verloren gaat, en dat de kwaliteit van het ingezamelde materiaal terugloopt. De efficiëntie van het systeem wordt aangetast door diverse stoorstromen. Om tot 70% hoogwaardige recycling te kunnen komen, zal de manier van inzamelen flink op de schop moeten.
Daarin volgt het programma drie sporen:

  • Het minimaliseren van de belangrijkste lek- en stoorstromen in de huidige inzamelpraktijk. Dit moet leiden tot een shortlist met de meest kansrijke interventies.
  • Het aanjagen van een landelijk ‘nat-droog’ systeem, door de impact hiervan op de plastic verpakkingsketen te kwantificeren en manieren te vinden om het weggooigedrag van consumenten te verbeteren.
  • Het ontwikkelen van een blauwdruk voor een toekomstbestendig landelijk inzamelsysteem, door het doorrekenen van een aantal scenario’s. Dit spoor zal wat later worden uitgewerkt, rekening houdend met de leerpunten uit de andere twee sporen. 

Dit programma raakt natuurlijk meer dan alleen de kunststofverpakkingen. Ook de inzameling van andere afvalstromen moet optimaal zijn. In het bijzonder moet ook gekeken worden naar plastic producten, die ook gerecycled moeten worden maar momenteel niet mee mogen met de inzamelsystemen voor verpakkingen. Een breed draagvlak is daarom heel belangrijk.

Markering- en identificatietechnologie 

Er bestaan inmiddels allerlei initiatieven om met markeer- en identificatietechnologie de sortering te verbeteren, zoals watermerken, materiaaltracers en blockchain-systemen. Het probleem is dat ze allemaal op zichzelf staan, met uiteenlopende standaarden en verschillende datalocaties.

Dit programma streeft ernaar om een ketenbrede open standaard te ontwikkelen waar de verschillende initiatieven op kunnen aansluiten. Daarbij kan wellicht worden aangesloten op bestaande, wereldwijd operationele standaarden van GS1.

Daarnaast zal het een de impact kwantificeren die digitale markeertechnologieën kunnen hebben op de nascheiding, en een investeringsagenda voorstellen om de implementatie te versnellen.

Hoewel het belang van innovatieve herkenningstechnieken breed wordt onderschreven, is er nog veel discussie over de juiste aanvliegroute. Zo is de vraag in hoeverre je niet eerder, of tevens, moet inzetten op het ontwikkelen van AI-technieken. 

Door de druk die vanuit de Europese wetgever op het onderwerp wordt gezet – terwijl de technologieën nog volop in ontwikkeling zijn – ontstaan risico’s dat verkeerde keuzes worden gemaakt en we te maken krijgen met een monopolie of een lock-in. Een goed zicht op de snelle technologische ontwikkelingen moet aan de basis staan van dit programma. 

En het moet óók leiden tot inzicht in de kosten en opbrengsten voor fabrikanten. Want momenteel durven zij nog geen keuzes te maken omdat er te veel onzekerheid is.

Hergebruik 

Hergebruik zal de komende jaren een groot thema zijn. Naast specifieke maatregelen rond drinkbekers en maaltijdverpakkingen vanuit de SUP-wetgeving, stelt de Europese Commissie in de  PPWR kwantitatieve hergebruikdoelen voor. Ook het NPCE stelt hergebruik van verpakkingen nadrukkelijk op de voorgrond. 

Een zorgvuldige uitvoering is belangrijk, omdat hergebruiksystemen onbedoeld ook kunnen leiden tot méér gebruik van plastic. Bovendien vraagt het om een gedragsverandering van de consument, en die kun je alleen verwachten als de ontwikkeling breed wordt uitgerold en het een systeem is dat heel gemakkelijk is voor consumenten. Samenwerking is daarom nodig.

Onder leiding van Nicolein Blanksma en Jurriaan Vink (Rebel Group) wisselden deelnemers van gedachten over de aanpak om hergebruik van respectievelijk retail – en transportverpakkingen te laten toenemen. Het doel is om binnen het PlasticPact NL te komen tot één ambitieus, meerjarig programma rond Reuse. Financiering is wellicht mogelijk vanuit het Versnellingshuis Circulair. 

Hergebruik van retailverpakkingen
In de detailhandel zijn al wat stappen gezet, zoals de recent aangekondigde uitfasering van eenmalige agf-zakjes, de pilot van Albert Heijn met dispensers, het pionierswerk van Pieter Pot, Wisselwaar bij Ekoplaza, etc. En we kennen natuurlijk een uitgebreid statiegeldsysteem voor frisdrank- en bierflessen. Maar ten opzichte van het totaal is het aandeel hergebruik nog heel klein.

In de sessie zijn twee ambitieuze richtingen besproken om te toetsen of deelnemers enthousiast zijn om deze verder uit te werken: 

  • Een productcategorie volledig naar hergebruik.
    Het eerste voorstel is om als supermarkten gezamenlijk een productcategorie te selecteren die volledig in herbruikbare verpakkingen gaat worden aangeboden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan schoonmaakmiddelen met een refill at home formule, waarbij alleen nog de concentraten worden verkocht. 
  • Producten bij e-commerce omzetten naar hergebruik. 
    Het tweede voorstel was gericht op het omzetten van de online supermarktproducten naar herbruikbare verpakkingen. Hierbij kan gedacht worden aan het leveren van producten in herbruikbare verpakkingen die ook weer leeg bij huis worden afgehaald. Dit maakt het voor de consumenten heel gemakkelijk, maar is logistiek uitdagend. 

Hergebruik van transportverpakkingen
Volgens de concept-PPWR moeten specifieke B2B-transportverpakkingen voor vervoer binnen een Lidstaat en/of tussen verschillende locaties van een onderneming altijd herbruikbaar zijn (en daar moet dan ook een hergebruiksysteem voor zijn). Ook breder staan er ambitieuze doelen voor herbruikbaarheid van transportverpakkingen.

Het ‘waarom’ van dit programma levert dan ook weinig debat op, te meer daar het om een significante hoeveelheid verpakkingsmateriaal gaat. Bovendien vraagt dit weliswaar om samenwerking in de keten, maar is het een zaak tussen professionals – consumenten hoeven hierin niet te worden meegenomen.

Voor het ‘wat en hoe’ zijn al stappen gezet voor big bags. Vorig jaar is in Plastic Pact-verband onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om pooling-systemen te introduceren. Er liggen nog wel obstakels voor een grootschalige introductie, met name door een gebrek aan standaarden voor de verpakkingen zelf en voor de mate waarin zij ‘schoon’ moeten zijn alvorens te worden hervuld. Het is van belang om duurzaamheidsopbrengsten en kosten in verschillende businessmodellen door te rekenenen en om bedrijven daarmee over de streep te trekken. Bij grensoverschrijdende transporten kan dit complex zijn. 

Terugblik

Tenslotte blikte de dagvoorzitter terug op de bijeenkomst met Marion Beugelsdijk, Nicolein Blanksma en Carlijn Röell. Zij benadrukten dat de break-outsessies waardevolle input hebben opgeleverd. In de afgelopen maanden is met tal van partijen één op één gesproken, maar de discussies op deze dag hadden een andere dynamiek door de verscheidenheid aan ketenpartijen.

Voor ‘Verpakkingsformats ketendata’ en ‘Inzameling’ zijn we al een eind op streek. Het programma ‘Hergebruik’ bevindt zich nog in een wat priller stadium, maar de drie richtingen die deze namiddag zijn verkend lijken kansrijk. Rond ‘Markeer- en identificatietechnologie’ leidden de discussies tot de conclusie dat we ‘terug moeten naar de tekentafel’. In alle gevallen is er vertrouwen dat over een half jaar voorstellen gereed zijn voor indiening.

Opnieuw werd vanuit het publiek opgemerkt dat één belangrijke schakel in deze aanpak nog ontbreekt: het economisch mogelijk maken van daadwerkelijke inzet van recyclaat door het huidige importvolume aan goedkope maagdelijke grondstoffen aan te pakken. Misschien kunnen de koplopers van het Plastic Pact NL meer aansluiting zoeken bij de koplopers in de politiek om hen te helpen het beleid (snel!) hierop aan te passen.

Tenslotte

Het was een positieve bijeenkomst zoals terug te zien is in de aftermovie: