Plastic Pact NL is begin 2024 beëindigd. Deze website zal eind 2024 offline worden gehaald.

< Terug naar het overzicht

Terugblik op deelnemersbijeenkomst van 28 september

Op welke manier kan het Plastic Pact NL (PPNL) een nieuwe fase ingaan? Die vraag stond deze dag centraal. In grote meerderheid waren de deelnemers het ermee eens dat de Stuurgroep de komende maanden het gesprek aangaat met Stichting Afvalfonds Verpakkingen (Afvalfonds) over een samenwerking. Voor de jaarwisseling moet de vorm van deze samenwerking duidelijk zijn, met behoud van de innovatieve en experimentele rol van het PPNL. 

Dagvoorzitter Natasja van den Berg opende de bijeenkomst met te onderstrepen hoe groot en ingewikkeld de opdracht is die de ondertekenaars van het PPNL zich gesteld hebben. Gezamenlijke experimenten zijn nodig, maar hebben niet altijd de verwachte uitkomst. Het vraagt moed en doorzettingsvermogen om een koplopersrol te willen spelen.

De aanleiding

Stuurgroepleden Wilma van Hunnik en Rob Verhagen presenteerden de aanleiding voor de verkenning naar een nieuwe fase voor het PPNL. Sinds de oprichting begin 2019 is de wereld om ons heen in hoog tempo veranderd. Wat vier, vijf jaar geleden luchtfietserij leek, is inmiddels de maatschappelijke norm geworden. Bijvoorbeeld: er is bijna geen kantoor meer te vinden waar de koffie nog in wegwerpbekers wordt geschonken. 

De EU en Nederland hebben ambitieuze wetgeving in gang gezet. Er is een ecosysteem ontstaan van innovatieve samenwerkingsverbanden, en fondsen om deze te bekostigen. Het PPNL had hierin een aanjagende functie, maar is niet langer onderscheidend. Ook het Afvalfonds heeft met zijn Plastic Wijzer stevige ambities neergelegd, die goed aansluiten op de lijn die het PPNL volgt. 

Tegelijk weet niemand wat de blauwdruk moet zijn van een nieuw systeem. Wat moet blijven, wat moet veranderen, wat moeten we afbouwen en wat moet ervoor in de plaats komen? 

Kleine verbeterstappen zijn in elk geval niet genoeg. In april concludeerden we samen dat het PPNL zich moet richten op enkele grote programma’s en daarvoor substantiële bekostiging moet werven. Dat laatste bleek echter juridisch ingewikkeld.  

De afgelopen zomer heeft de Stuurgroep daarom intensief overleg gevoerd, met wekelijkse conference calls. Er zijn veel gesprekken gehouden en verschillende scenario’s verkend voor een andere organisatorische, juridische en financiële invulling van het Pact.  

Een vorm van samenwerking met het Afvalfonds lijkt een oplossing te kunnen bieden. Daarom is aan een externe adviseur, Peter Blok, gevraagd om op basis van een reeks gesprekken met deelnemers binnen en buiten de Stuurgroep hiervoor een verkenning op te stellen. 

De verkenning

In gesprek met de dagvoorzitter vertelde Peter dat hem was opgevallen dat er brede waardering is voor de samenwerking binnen het PPNL en voor de relatie met het Ministerie. Wel is er behoefte aan meer concrete actie. Niet alle ondertekenaars zijn even actief en vooruitstrevend. 

Voor een nieuwe fase, in samenwerking met het Afvalfonds, is een stevig commitment nodig van de deelnemende partijen. Bij voorkeur vertegenwoordigen deze de hele keten. De bestaande relaties van bedrijven met het Afvalfonds hoeven niet in de weg te zitten, als je een duidelijk onderscheid maakt tussen operatie (waar contractuele verbindingen zijn) en innovatie. Hier kun je vrije ruimte creëren en de agenda’s van PPNL en Afvalfonds op elkaar afstemmen. 

Wel ligt er een grote uitdaging in de beschikbaarheid van mensen die het moeten gaan doen. Ook is het verstandig om de (informele) relatie met het Rijksoverheid te behouden. 

Ontwikkelingen bij het Afvalfonds

Hester Klein Lankhorst praatte de zaal bij over de stand van zaken bij het Afvalfonds. Het algemene beeld is dat Nederland het in vergelijking met Europa goed doet op hergebruik (m.n. business to business) en recycling. Alleen het statiegeldsysteem voor plastic drankflessen haalt (nog) niet het beoogde resultaat – dit heeft de volle aandacht.

Inzet van recyclaat is momenteel heel lastig als gevolg van de marktomstandigheden (goedkoop virgin materiaal door wereldwijde overcapaciteit). Dat is een probleem, want tegen 2030 wordt recyclaat naar verwachting juist schaars. De uitdaging is om je onder deze moeilijke omstandigheden goed voor te bereiden op de eisen onder de nieuwe Europese Verordening Verpakkingen en Verpakkingsafval (bekend als de PPWR). 

Hester is blij met het grote draagvlak dat zij ziet bij het bedrijfsleven. ‘Onze achterban is voortdurend aan het pushen’. Daarin onderkent zij ook de koplopersrol van de ondertekenaars van het PPNL. Een vorm van samenwerking is zeker de moeite van het onderzoeken waard.

Met De Plastic Wijzer, die het Afvalfonds heeft geïntroduceerd, wordt sterk ingezet op innovatie. Daarbij is er meer aandacht voor hergebruik dan voorheen. Belangrijk onderdeel is de aanstaande tariefdifferentiatie, die goed recyclebare plastic verpakkingen en inzet recyclaat beloont. Nederland loopt hiermee voorop in Europa.

Er is veel werk aan de winkel en een blauwdruk voor de toekomst is er inderdaad nog niet, maar de richting is duidelijk en het tempo gaat omhoog!

Klik hier voor de begeleidende dia's.

In gesprek

Vervolgens ging de Stuurgroep met de aanwezigen in gesprek. Allereerst gaven deelnemers via Mentimeter hun antwoorden op de vraag: ‘Wat zijn belangrijke zaken om te regelen in een nieuwe structuur en werkwijze?’. Veel van deze antwoorden kwamen in de discussie terug; in elk geval zijn al deze antwoorden vastgelegd en gedeeld met de Stuurgroep. 

De belangrijkste punten die in de discussie naar voren kwamen waren:

  • Het PPNL is een waardevol platform om anderen te ontmoeten die vooruit willen en openstaan voor experimenten en kennisuitwisseling. Daarbij: je krijgt mensen niet zomaar bij elkaar, daarvoor is convening power nodig. Het PPNL heeft dit vermogen.
     
  • Er was wat verschil van inzicht in de toegevoegde waarde van bovenwettelijke doelen, nu de wettelijke doelen al zo uitdagend zijn geworden. 
     
  • Bij de monitoring worden vraagtekens geplaatst: het Afvalfonds verzamelt al veel informatie, en veel bedrijven moeten gedetailleerd gaan rapporteren onder de CSRD. Aan de andere kant is het zichtbaar maken van vooruitgang wenselijk. 
     
  • Het PPNL moet daadwerkelijk actie nemen om tot innovatie te komen; de in april geformuleerde vier programma’s zijn daarbij het uitgangspunt.
     
  • Afstemming met de ontwikkelingsagenda van het Afvalfonds is wenselijk, maar het PPNL moet wel een onafhankelijke status behouden.
     
  • Overigens leidt een opeenvolging van kleine stappen soms ook al tot een verschuiving in de mind-set. En de uitfasering van eenmalige agf-zakjes in de aangesloten supermarkten is misschien nog geen systeemverandering, maar wel een eerste bewijs van de kracht van samenwerking tussen concurrenten.
     
  • In het Pact en de Stuurgroep moet de hele keten vertegenwoordigd blijven. 
     
  • Een inhoudelijke relatie met de Rijksoverheid is van wezenlijk belang. Dat kan los staan van het feit dat de overheid niet meer deel kan uitmaken van het PPNL.
     
  • De lastigste vraag is: hoe bekostig je grote programma’s? Bedrijven zijn bereid geld beschikbaar te stellen, maar dan moet duidelijk zijn wat ervoor terugkomt, zowel in resultaat als in zeggenschap over het proces. 
     
  • Er is behoefte aan educatie van consumenten, marketeers e.d. Daar kan het PPNL een rol in spelen. 

Conclusie

De Stuurgroep is blij met de actieve en waardevolle inbreng van de aanwezige deelnemers in de discussie. De komende maanden vinden de gesprekken plaats met het Afvalfonds met als doel om in samenwerking een tweede fase in te gaan. Het gaat dan om de organisatievorm, maar ook over de invulling door beschikbare, gemotiveerde mensen. De Stuurgroep zal u op de hoogte houden van de voortgang.

Klik hier voor de presentatie van Hester Klein Lankhorst.
Klik hier voor het rapport van Peter Blok en de aanbiedingsbrief van de Stuurgroep met hun reactie.